Met het erfrecht worden de wettelijke regels omtrent erven bedoeld. In het Burgerlijk Wetboek staat beschreven wie erfgenamen zijn en waar zij recht op hebben. Met een testament kun je tegen de regels van het erfrecht ingaan. Wanneer je geen testament hebt laten opstellen, bepaalt het erfrecht wat er gebeurt met je erfenis.

 

Erfrecht bepaalt erfgenamen

Wanneer je géén testament of codicil hebt bij overlijden, bepaalt het erfrecht wie de erfgenamen zijn en hoeveel elke erfgenaam krijgt. Volgens het erfrecht kunnen alleen bloedverwanten van de overledene erven, dus vrienden of kennissen niet. De bepaling van de erfgenamen gaat via een schema met vier groepen bloedverwanten. De erfenis gaat altijd volledig naar de eerste groep waarin erfgenamen zijn. De erfgenamen krijgen allemaal een gelijk deel.

 

Verdeling volgens het erfrecht

Als de overledene nooit een testament heeft opgesteld, maar wel getrouwd was of een geregistreerd partnerschap had, geldt de zogeheten ‘wettelijke verdeling’. De wettelijke verdeling bepaalt dat de hele erfenis naar de echtgenoot gaat. De kinderen hebben recht op een deel van die erfenis, maar krijgen het nog niet. De langstlevende echtgenoot heeft dus eigenlijk een schuld bij de kinderen. 
Overlijdt de langstlevende echtgenoot ook, dan krijgen de kinderen hun deel van de erfenis. Wel moeten de kinderen alvast erfbelasting (ook wel successierecht genoemd) betalen aan de Belastingdienst, ook al krijgen ze het geld later pas.

 

Voorbeeld verdeling erfrecht

Annemarie is getrouwd met Piet zonder huwelijkse voorwaarden en samen hebben zij twee kinderen. Annemarie en Piet hebben een huis met een waarde van € 250.000 waarvan de hypotheek volledig is afgelost. Ook bezitten ze € 50.000 aan spaargeld en beleggingen. Het totale vermogen van Annemarie en Piet bedraagt dus € 300.000. Beiden hebben zij geen testament.
Wanneer Annemarie overlijdt, bedraagt de erfenis die ze achterlaat de helft van alle bezittingen van haar en Piet. De helft dus van € 300.000 = € 150.000. Voor die € 150.000 zijn drie erfgenamen: Piet en de twee kinderen. Ieder van hen erft dus € 50.000.

Omdat sprake is van wettelijke verdeling gaat eerst alles naar Piet en houdt Piet tot zijn dood een schuld aan zijn kinderen van € 50.000 per kind. De kinderen moeten allebei wel alvast erfbelasting betalen over € 50.000. Wanneer Piet overlijdt, ontvangen de kinderen allebei hun € 50.000. Daar hoeven ze dan geen erfbelasting meer over te betalen, omdat ze dat na het overlijden van hun moeder al gedaan hebben.

Naast de erfenis die ze nog te goed hebben van hun moeder, krijgen ze nu ook de erfenis die hun vader Piet achterlaat. Daar moeten ze nog wel erfbelasting over betalen. Piet kan er tijdens zijn leven voor kiezen om aan zijn kinderen alvast te schenken op papier. Dat bespaart de kinderen erfbelasting.

 

erfrecht illustratie